Je team werkt al jaren volgens een bepaalde werkwijze, vanuit een visie die indertijd is bedacht. Maar iets lijkt niet te kloppen, je krijgt er alleen geen vinger achter. Dat wordt nog lastiger door de dagelijkse beslommeringen op het werk, bureaucratie, teveel vergaderen en te weinig bezig zijn met de kern waarom het draait.
De verleiding is groot terug te vallen op schijnoplossingen die tijdelijk of zelfs helemaal niet helpen. Een filosofische, onconventionele benadering kan dan verfrissend werken. Een filosofisch practicus vraagt door tot het eigenlijke probleem boven water is en neemt geen genoegen met uitspraken als: “Zo doen we het hier nu eenmaal.”
Kritische vragen
Tijdens een eerste sessie met je team of je bestuur stelt de filosofisch practicus kritische vragen. “Waarom doen jullie dit zo?” “Wat is het doel hiervan?” “Hoe weet je dit?” Dat kan voldoende helderheid brengen waarmee je in je organisatie verder kunt. Je kunt besluiten je een filosofische denkwijze eigen te maken. Dat kan door middel van een serie individuele gesprekken of socratische groepsgesprekken.
Professionals die filosofie weten toe te passen in hun werk, zijn betere probleemoplossers want ze waken ervoor dat ze niet in schijnoplossingen vervallen. Ook zijn ze beter in staat tot zelfonderzoek en kunnen daarom hun persoonlijke doelen met die van hun organisatie verbinden. Teams en organisaties weten gezonde twijfel toe te laten en bevragen elkaar, krijgen meer en meer een gemeenschappelijke taal en werken daardoor beter samen.